Cijfers geven, rapporteren of leerlingen volgen bij de lessen bewegingsonderwijs?

De tijd is weer aangebroken, de tijd van de rapporten. Het beoordelingen van leerlingen is in de huidige tijd overgegaan van beoordelen naar volgen van leerlingen. Voor ieder vak en activiteit bestaan tegenwoordig wel leerlingvolgsystemen. Wat zijn de trends en ontwikkelen bij de lessen bewegingsonderwijs? Lees hier meer over..

Wat zien we nu?

Sportiviteit, inzet en vaardigheid zijn vaak de criteria waar we leerlingen op beoordelen bij het vak bewegingsonderwijs. Het is weer rapportentijd en de welbekende beoordelingsformulieren worden uit de kast gepakt. Een willekeurige gymles wordt bekeken door de juf/meester en de leerlingen hebben weer een beoordeling binnen. De vraag is echter, waar beoordeel je leerlingen op? Waarom krijgt het ene kind een tweede bolletje en de andere het derde bolletje? Wat zegt het over het leervermogen van het kind? Wat doen we vervolgens met deze beoordeling?

Trends en ontwikkelingen

Een nieuwe trend is gedifferentieerd beoordelen . Hierbij gaat het om het concretiseren van de beoordeling en een verschuiving van de functie ‘’beoordelen’’ naar ‘’voortgang’’. Alle leerlingen op dezelfde manier beoordelen is iets wat achterhaald is. We willen leerlingen stimuleren om beter te worden in allerlei bewegingsactiviteiten, te genieten van bewegen, leerlingen verantwoordelijk maken voor het bewegen regelen en leerlingen een actieve leefstijl laten aannemen. Om betrokkenheid bij leerlingen te vergroten zou je leerlingen zelf ook verantwoordelijk kunnen maken voor hun eigen beoordeling. Daarnaast is het belangrijk om de kwaliteit van het bewegen in kaart te brengen. Als een leerling een bepaalde sport, zoals bijvoorbeeld turnen, in verenigingsverband beoefent, dan is de kans groot dat hij/zij met een andere beginsituatie de les binnen stapt als iemand die de sport niet beoefent. Het is belangrijk om de voortgang in kaart te brengen, oftewel het leervermogen van de leerling. Deze nieuwe trends en ontwikkelingen hebben als doel om leerlingen te stimuleren om een leven lang te bewegen.